Proefproject rond hoffelijkheidslichten voor vrijwillige brandweerlui gestart

Print

Hoffelijkheidslichten zijn groene zwaailichten in de personenwagens van vrijwillige brandweerleden die onderweg zijn naar de kazerne voor een dringende interventie. Door die lichten zijn ze herkenbaar voor de andere weggebruikers. Enkele weken geleden startte een proefproject dat 8 maanden zal duren waarin Vias institute in opdracht van de FOD Mobiliteit en Vervoer het effect van die lichten op de aanrijtijden en de impact op de veiligheidsgevoel van de brandweervrijwilligers gaat bestuderen. 4 zones zijn geselecteerd om deel te nemen. Voor het project werd een toelating verleend door de federale overheid aan de deelnemende korpsen om met zo’n lichten te rijden.

Proefproject in 4 zones 
Begin april startte Vias institute met een test in 4 brandweerzones met hoffelijkheidslichten.
De 4 betrokken zones zijn: Hulpverleningszone Luxemburg (provincie Luxemburg), Hulpverleningszone Waals-Brabant (provincie Waals-Brabant), Hulpverleningszone Kempen (provincie Antwerpen), Hulpverleningszone Oost (provincie Oost-Vlaanderen). In totaal nemen 20 vrijwilligers, 5 per deelnemende zone, deel aan het proefproject.  
De eerste 4 maanden rijden de deelnemers zonder hoffelijkheidslichten, de laatste 4 maanden rijden de deelnemers met hoffelijkheidslichten om het effect te kunnen meten. In beide gevallen worden de aanrijtijden gemeten en met elkaar vergeleken. De lichten worden gedurende de effectenmeting aangeleverd door Vias institute. Na afloop van het pilootproject leveren de vrijwilligers deze lichten terug in. 

De pilootstudie wil de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:
  • Wat is de impact van hoffelijkheidslichten op de aanrijtijden van de brandweervrijwilligers richting kazerne? 
  • Tot in welke mate vertonen overige weggebruikers hoffelijk gedrag ten aanzien van de brandweervrijwilligers die rijden met hoffelijkheidslichten?
  • Tot in welke mate voelen de brandweervrijwilligers zich veilig tijdens het rijden met hoffelijkheidslichten?

Het gebruik van hoffelijkheidslichten is normaal gezien illegaal en dus een overtreding. Daarom werd een toelating verleend door de federale minister van mobiliteit Georges Gilkinet aan de brandweerkorpsen die deelnemen aan deze pilootstudie om er tijdens het pilootproject mee rond te rijden.
 
Wat is een hoffelijkheidslicht precies?
Vrijwilligers van de brandweer zijn thuis van wacht. Eens ze opgeroepen worden voor een dringende interventie, moeten zij zich zo snel mogelijk van hun huis naar de kazerne verplaatsen. Deze verplaatsing doen ze met hun eigen wagen. Ze moeten daarbij uiteraard alle verkeersregels respecteren.
 
Tijdens hun rit naar de kazerne is het voor weggebruikers niet duidelijk dat deze vrijwilligers onderweg zijn naar een noodoproep. Een groen hoffelijkheidslicht dat op het dashboard bevestigd is, zorgt ervoor dat de andere weggebruikers weten dat deze vrijwilligers op weg zijn naar een dringende interventie.
Door hoffelijk te zijn naar deze bestuurders en hun voorrang te verlenen waar het kan, zouden ze in theorie sneller op hun bestemming moeten aankomen. Het groene licht is echter geen vrijgeleide om het verkeersreglement niet te respecteren. Voertuigen met een groen hoffelijkheidlicht zijn geen prioritaire voertuigen.
In een aantal Canadese provincies zoals Québec bestaat zo’n dergelijk systeem met groene hoffelijkheidslichten al.
 
Vias institute voorziet samen met de deelnemende hulpverleningszones nog een gerichte communicatiecampagne naar de lokale bevolking van de hulpverleningszones om hen uit te leggen wat de betekenis is van zo’n groen hoffelijkheidslicht en hoe ze zich hoffelijk kunnen gedragen. Heel concreet kunnen bijvoorbeeld andere weggebruikers in bepaalde situaties waar zij voorrang hebben oogcontact maken en voorrang verlenen aan de bestuurders met een groen licht.

Contactpersoon:
Stef Willems, woordvoerder Vias institute: 0473 85 59 44